Kinderen en jongeren zijn kleine volwassenen. Ze verschillen niet zoveel van volwassenen in het omgaan met verdriet. Ze hebben echter nog niet het levensperspectief en slechts een kleine basis om op te vertrouwen. Ze missen nog de ervaring vanuit reeds meegemaakte crisissen. Ze hebben nog niet het denkvermogen van volwassenen. Als ze een ouder verliezen, sterft er iemand die ze erg nodig hebben voor het opbouwen van hun veiligheid en vertrouwen. (Keirse, 2016c) Ze verliezen vijftig percent van hun basis, en vaak zelfs bijna honderd percent. Want ze verliezen de ene ouder aan de dood en de andere aan de emotionele ontreddering. Dat is ook zo als ze een broer of een zus verliezen. Ouders zijn zo benomen door hun verdriet dat ze weinig aandacht kunnen opbrengen voor hun andere kinderen. Hoe weten kinderen hoe ze moeten omgaan met verdriet? Ze zien hun ouders dichtklappen. Op school leren ze geen modellen om er mee om te gaan. Ze ervaren de wisselende stemmingen en de intensiteit van de emoties rondom. Ze ervaren de kilte van het verdriet in plaats van warmte en nabijheid. En welke oncoloog of geriater denkt eraan om, na het meedelen van de diagnose van een levensbedreigende ziekte, voor te stellen om de volgende dag met de kinderen of kleinkinderen te komen om ook aan hen uit te leggen wat er aan de hand is?
Lees het hele artikel gratisJaarlijks worden er in Nederland ongeveer 13.000 kinderen prematuur geboren – dat wil zeggen voor de 37ste zwangerschapsweek. Dat is 8% van het totale aantal geboortes. Daarvan wordt 1%, dus zo’n 130 kinderen, geboren tussen de 24 en 30 weken zwangerschapsduur (Stichting Perinatale Registratie Nederland, 2016). Deze kinderen komen op een intensive care afdeling te liggen van een van de tien ziekenhuizen in Nederland die over een afdeling neonatologie beschikken. Vrouwen met ernstige zwangerschapsproblemen en moeders van extreem prematuur geboren kinderen hebben een verhoogde kans op postpartum depressie en posttraumatische stress (Cohen, 2003; Colville et al. 2009; Gaugler-Senden et al. 2012; Hoedjes, 2011; Kaplan & Mason, 1960; Olde et al. 2006). Een vroeggeboorte wordt ook wel omschreven als een emotionele crisis, gekenmerkt door gevoelens van verlies en verdriet (Shah et al. 2011).
Lees het hele artikel gratisHet Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden, niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel - of - Log inIn de laatste weken van december legde de redactie de laatste hand aan het tijdschrift dat u nu in handen heeft: een themanummer over rouw en verlies. Het was een tijd waarin we onze nagels lakten voor de ‘Lak aan-aktie’ van zieke Tijn, we stilstonden bij opvallend veel popiconen, sporthelden en andere beroemdheden die ons ontvielen in 2016 – en we met gevoelens van verbijstering terugblikten op alles wat er het afgelopen jaar gebeurde in de wereld om ons heen. Een tijd van reflectie, die u – net aangekomen in 2017 – inmiddels achter u heeft liggen, waarin u ongetwijfeld ook heeft stilgestaan en teruggeblikt op persoonlijke gevoelens van verlies, rouw en gemis om wat en wie er niet meer is.
Lees meerKinderen en jongeren zijn kleine volwassenen. Ze verschillen niet zoveel van volwassenen in het omgaan met verdriet. Ze hebben echter nog niet het levensperspectief en slechts een kleine basis om op te vertrouwen. Ze missen nog de ervaring vanuit reeds meegemaakte crisissen. Ze hebben nog niet het denkvermogen van volwassenen. Als ze een ouder verliezen, sterft er iemand die ze erg nodig hebben voor het opbouwen van hun veiligheid en vertrouwen. (Keirse, 2016c) Ze verliezen vijftig percent van hun basis, en vaak zelfs bijna honderd percent. Want ze verliezen de ene ouder aan de dood en de andere aan de emotionele ontreddering. Dat is ook zo als ze een broer of een zus verliezen. Ouders zijn zo benomen door hun verdriet dat ze weinig aandacht kunnen opbrengen voor hun andere kinderen. Hoe weten kinderen hoe ze moeten omgaan met verdriet? Ze zien hun ouders dichtklappen. Op school leren ze geen modellen om er mee om te gaan. Ze ervaren de wisselende stemmingen en de intensiteit van de emoties rondom. Ze ervaren de kilte van het verdriet in plaats van warmte en nabijheid. En welke oncoloog of geriater denkt eraan om, na het meedelen van de diagnose van een levensbedreigende ziekte, voor te stellen om de volgende dag met de kinderen of kleinkinderen te komen om ook aan hen uit te leggen wat er aan de hand is?
Lees het hele artikel gratisVerlies en rouw zijn geen geïsoleerde individuele processen maar vinden altijd plaats in een bredere context waarbij meer mensen betrokken zijn. Die context betreft niet alleen de directe familiekring maar ook de omringende samenleving. De maatschappelijke omgeving speelt namelijk een belangrijke rol in de individuele betekenisgeving van verlies, aan de mogelijkheid om te rouwen en daarmee de verwerking van dat verlies. Dit proces zal hier besproken worden met behulp van resultaten van een antropologisch onderzoek naar home and belonging, je thuisvoelen en het voelen bij wie je hoort onder remigrantenen achtergelaten kinderen in Marokko (De Bree, Storms & Bartels, 2009; De Bree, Storms & Bartels, 2011). Na een algemene beschrijving van achtergelaten en remigrantenkinderen wordt aangegeven wat de uitgangspunten van het onderzoek waren, hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden en wat de resultaten zijn. Het artikel wordt afgesloten met een conclusie.
Kanker komt relatief veel voor bij ouders met jonge gezinnen. In Nederland krijgen jaarlijks 105.000 mensen de diagnose kanker, waarvan 4893 mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie van 30 tot 44 jaar. Uit cijfers uit 2015 van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL, s.d.) blijkt dat 35.543 personen in deze leeftijdsgroep zijn gediagnosticeerd met kanker in de laatste 20 jaar en nog in leven zijn. Veel mensen dragen tussen hun dertigste en vijfenveertigste levensjaar de zorg voor hun (jonge) kinderen. Het leven met kanker in een gezin is emotioneel belastend en kan bij ouders en kinderen tot psychische en emotionele problemen leiden die kunnen variëren van gevoelens van ontregeling tot het ontwikkelen van psychopathologie, zoals depressie, angst en externaliserend gedrag (Visser e.a., 2005).
Volgens de Britse onderzoekers Harrison en Harrington (2001) komen vrijwel alle kinderen in aanraking met verlies, maar hoeft het verliezen van een dierbare niet automatisch te leiden tot problemen waarvoor professionele hulp geïndiceerd is. Recentere gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat er ongeveer 34.000 (half)wezen zijn in Nederland. Jaarlijks verliezen zo’n 6400 minderjarige kinderen een ouder. De helft van deze kinderen is adolescent.
Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 13.000 kinderen prematuur geboren – dat wil zeggen voor de 37ste zwangerschapsweek. Dat is 8% van het totale aantal geboortes. Daarvan wordt 1%, dus zo’n 130 kinderen, geboren tussen de 24 en 30 weken zwangerschapsduur (Stichting Perinatale Registratie Nederland, 2016). Deze kinderen komen op een intensive care afdeling te liggen van een van de tien ziekenhuizen in Nederland die over een afdeling neonatologie beschikken. Vrouwen met ernstige zwangerschapsproblemen en moeders van extreem prematuur geboren kinderen hebben een verhoogde kans op postpartum depressie en posttraumatische stress (Cohen, 2003; Colville et al. 2009; Gaugler-Senden et al. 2012; Hoedjes, 2011; Kaplan & Mason, 1960; Olde et al. 2006). Een vroeggeboorte wordt ook wel omschreven als een emotionele crisis, gekenmerkt door gevoelens van verlies en verdriet (Shah et al. 2011).
Lees het hele artikel gratisKinderen rouwen net zo intensief en op even unieke wijze als volwassenen. Net als bij volwassenen wordt hun rouw beïnvloed door persoonlijkheidskenmerken, de soort gehechtheid ten aanzien van de overledene, het moment in hun ontwikkeling, de manier van sterven en de (rouw)cultuur, maar er zijn wel enige verschillen tussen kinderen en volwassenen. Het is van belang om zich bewust te zijn van enkele kenmerken van kinderen bij het geven van therapie aan kinderen in rouw, en deze te implementeren bij diagnostiek en behandeling: kinderen zijn nog sterk in ontwikkeling, kinderen zijn afhankelijk van volwassenen, ze uiten zich in gedrag en spel en rouwen in ‘stukjes’ (Kappeyne van de Coppello, 2006). Het is aan de therapeut om uit te zoeken op welke wijze hun problemen zich voordoen en hoe de therapie daarop kan aansluiten. Dat is bij uitstek een eclectisch proces
De eerste beweging van kinderen die een verlies meemaken is een helende beweging. Ze proberen te verbinden wat stuk is gegaan en bij elkaar te brengen wat uit elkaar is gevallen. Ze gaan voor hun ouders zorgen om te voorkomen dat die nog meer verdriet hebben zodat deze op de been kunnen blijven. Het beschermen, ondersteunen en helpen van de ouders, waarbij kinderen hun eigen gevoelens aan de kant schuiven, heeft te maken met hun behoefte aan veiligheid. Als ouders niet functioneren is het niet veilig voor kinderen.
In dit themanummer over rouw en verlies hoort ook een passende boekbespreking. Gekozen is niet voor zomaar een boek, maar voor een prachtig prentenboek dat in 2015 de Woutertje Pieterse prijs heeft gewonnen. Het prentenboek heet ‘Doodgewoon’ en is geschreven door Bette Westera en zeer fraai geïllustreerd door Sylvia Weve. Het boek bestaat uit een mooie verzameling troostrijke gedichten voor jong en oud, waarbij Westera op een luchtige manier allerlei aspecten van de dood laat zien. De dood staat in dit boek centraal en maakt het daarmee misschien wel een beetje gewoon, doodgewoon.
In Nederland zijn er ieder jaar ongeveer een half miljoen mensen die een dierbare verliezen. Meer specifiek zijn er jaarlijks ongeveer 3200 ouders die overlijden. Er wordt geschat dat er ongeveer 17.000 minderjarige (half)wezen zijn en dat jaarlijks zo’n 6500 kinderen (half)wees worden. Hoewel het aantal kinderen dat jaarlijks sterft wel bekend is, is niet duidelijk hoeveel broertjes of zusjes zij ongeveer hebben. Er overlijden zo’n 1150 kinderen per jaar, waarvan de helft nog geen jaar oud is, 25% in de leeftijd van 1 tot 15 jaar en nog eens 25% in de leeftijd van 16 tot 20 jaar. Geschat wordt dat minstens 1000 kinderen jaarlijks een broer of zus verliezen (CBS, 2016). Ondanks dat er veel kinderen geconfronteerd worden met de dood, is er de afgelopen jaren slechts beperkt aandacht voor deze doelgroep geweest.
Een kenmerk van kinderen is dat ze zich niet uiten in een goed gesprek. Ze hebben nog niet altijd de woorden voor hun gedachten en gevoelens. Ze weten bovendien vaak niet het verband tussen een overheersend gevoel en een gebeurtenis uit hun leven, die misschien al enige weken geleden heeft plaatsgevonden. Ze spelen, tekenen en knutselen doorgaans over de gebeurtenissen in hun leven. Zo leren ze het leven te begrijpen. In spel kunnen kinderen gedachten en gevoelens uiten, oefenen voor het echte leven en ook ordenen wat ze waarnemen. Spel is daarom een voor de hand liggende manier om met kinderen te communiceren over wat ze hebben meegemaakt