In dit artikel beschrijven we de familiepoli, een project dat twee jaar geleden is gestart bij GGZ inGeest. Het doel van dit project is enerzijds het verbeteren van de behandeling van deze gezinnen en anderzijds het opvullen van de hiaten in onze kennis door middel van wetenschappelijk onderzoek.
Eerst wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken van het genetisch epidemiologisch onderzoek. Hierbij wordt ingegaan op de uitkomsten van eerdere familiestudies. Daarnaast worden de bevindingen besproken van het onderzoek naar de specifieke genetische varianten die het risico op een stoornis verhogen. Vervolgens bespreken we hoe in de familiepoli gezinsleden worden gescreend op klachten en eventueel behandeld en hoe wetenschappelijk onderzoek is vervlochten in deze werkwijze.
Lees het hele artikel gratisEr is een verhoogde comorbiditeit tussen genderdysforie en ASS. Enkele recente onderzoeken naar een gezamenlijk neurobiologische grondslag lijken er op te wijzen dat prenatale testosteronspiegels een rol spelen in de ontwikkeling van beide stoornissen. Het hebben van een ASS geeft specifieke problemen bij de diagnostiek en behandeling van genderdysforie. Genderdysforie is een gevoel dat door de patiënt onderkend en gecommuniceerd moet worden. Vanwege de ingrijpende medische behandeling die hierbij hoort, is er groot belang bij een zorgvuldige diagnostiek en indicatiestelling. In het artikel wordt beschreven hoe een explorerende therapie bij deze specifieke groep een proces op gang kan brengen dat leidt tot verlichting van de genderdysforie en verheldering van de diagnostiek.
ADHD is een veel voorkomende ontwikkelingsstoornis en wordt vastgesteld op basis van gedragskenmerken. Gedrag en cognitie hangen samen met de structuur en werking van de hersenen en met genetische factoren, waarbij ook omgevingsinvloeden een belangrijke rol spelen. Dit samenspel van verschillende factoren is complexer dan eerder werd aangenomen. Neurobiologisch onderzoek naar ADHD levert weliswaar veel nieuwe inzichten op die dit complexe samenspel kunnen verhelderen, maar het roept ook veel vragen op. Dit artikel geeft een overzicht van de recente veranderingen binnen het neurobiologisch onderzoek waarbij aandacht wordt besteed aan de erfelijkheid, de structuur en werking van de hersenen, en de rol van de omgeving en medicatie.
Het Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden, niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel - of - Log inIn dit themanummer wordt aandacht besteed aan de biologische psychiatrie, en met name welke rol erfelijkheid en genetica hebben bij het ontstaan van verschillende psychiatrische stoornissen. Wellicht dat dit twijfels oproept over de relevantie voor psychotherapie maar we hopen dat de artikelen een brug slaan tussen wetenschap en praktijk, waarbij een biologisch perspectief zijn waarde doet gelden. Het wordt daarbij snel duidelijk dat ook psychosociale factoren onlosmakelijk verbonden zijn aan pogingen om het ontstaan en beloop van stoornissen te begrijpen en te verklaren. Pogingen, omdat in zowel de wetenschap als in de psychotherapie een nieuwsgierige maar kritische houding vruchtbare ontdekkingen kan opleveren en de relevantie maar ook de relativiteit van verklaringsmodellen kan blootleggen. Wij hopen dat de lezer ook met deze houding de artikelen zal lezen.
In dit artikel beschrijven we de familiepoli, een project dat twee jaar geleden is gestart bij GGZ inGeest. Het doel van dit project is enerzijds het verbeteren van de behandeling van deze gezinnen en anderzijds het opvullen van de hiaten in onze kennis door middel van wetenschappelijk onderzoek.
Eerst wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken van het genetisch epidemiologisch onderzoek. Hierbij wordt ingegaan op de uitkomsten van eerdere familiestudies. Daarnaast worden de bevindingen besproken van het onderzoek naar de specifieke genetische varianten die het risico op een stoornis verhogen. Vervolgens bespreken we hoe in de familiepoli gezinsleden worden gescreend op klachten en eventueel behandeld en hoe wetenschappelijk onderzoek is vervlochten in deze werkwijze.
Lees het hele artikel gratisAutisme Spectrum Stoornissen (ASS) komen bij 0,8% van de bevolking voor en kenmerken zich door problemen in sociale interactie, taal, communicatie en het vermogen flexibel te reageren. De afgelopen tien jaar is er veel vooruitgang geboekt op het gebied van de genetica van ASS. Op basis van meerdere tweelingstudies en familiestudies is de geschatte genetische bijdrage aan autisme ongeveer 50-90%, waarbij complicerend is dat omgevingsfactoren, die grotendeels onbekend zijn, interactie aangaan met genetische risicofactoren. Genetische factoren bij ASS lijken met name de connectiviteit tussen neuronen te verminderen. Waarschijnlijk zijn er vele zeldzame genetische afwijkingen betrokken bij ASS waardoor er een grote individuele variatie bestaat. Neuropsychologisch onderzoek kan helpen om een beter begrip te krijgen van de beperkingen en sterkten op individueel niveau, waardoor overvraging en ondervraging voorkomen kan worden. Tevens is een goed beeld van sterke en zwakke kanten van belang omdat dit een leidraad vormt voor de behandeling.
Er is een verhoogde comorbiditeit tussen genderdysforie en ASS. Enkele recente onderzoeken naar een gezamenlijk neurobiologische grondslag lijken er op te wijzen dat prenatale testosteronspiegels een rol spelen in de ontwikkeling van beide stoornissen. Het hebben van een ASS geeft specifieke problemen bij de diagnostiek en behandeling van genderdysforie. Genderdysforie is een gevoel dat door de patiënt onderkend en gecommuniceerd moet worden. Vanwege de ingrijpende medische behandeling die hierbij hoort, is er groot belang bij een zorgvuldige diagnostiek en indicatiestelling. In het artikel wordt beschreven hoe een explorerende therapie bij deze specifieke groep een proces op gang kan brengen dat leidt tot verlichting van de genderdysforie en verheldering van de diagnostiek.
Genetisch onderzoek richt zich op het verklaren van verschillen tussen mensen. Met kwantitatief genetisch onderzoek probeert men vast te stellen of individuele verschillen in een eigenschap of stoornis erfelijk bepaald zijn en in hoeverre omgevingsfactoren van invloed zijn. Moleculair genetisch onderzoek beoogt vast te stellen welke specifieke genen samenhangen met een bepaalde eigenschap of stoornis. Dit artikel bespreekt de belangrijkste bevindingen van beide vormen van genetisch onderzoek naar borderline persoonlijkheidsstoornis en wat dit nu en in de toekomst kan betekenen voor de klinische praktijk.
ADHD is een veel voorkomende ontwikkelingsstoornis en wordt vastgesteld op basis van gedragskenmerken. Gedrag en cognitie hangen samen met de structuur en werking van de hersenen en met genetische factoren, waarbij ook omgevingsinvloeden een belangrijke rol spelen. Dit samenspel van verschillende factoren is complexer dan eerder werd aangenomen. Neurobiologisch onderzoek naar ADHD levert weliswaar veel nieuwe inzichten op die dit complexe samenspel kunnen verhelderen, maar het roept ook veel vragen op. Dit artikel geeft een overzicht van de recente veranderingen binnen het neurobiologisch onderzoek waarbij aandacht wordt besteed aan de erfelijkheid, de structuur en werking van de hersenen, en de rol van de omgeving en medicatie.