Dit artikel beschrijft belangrijke vraagstukken die een rol spelen bij ouder-begeleiding. Er wordt uiteengezet waarom het behulpzaam kan zijn om het vermogen tot reflectief functioneren van ouders te onderzoeken door middel van het PDI of een gespreksonderzoek. Het is belangrijk te weten hoe het kind in the mind van ouders gehouden wordt, om te kunnen aansluiten bij de beleving van ouders in de ouderbegeleiding. Aan de hand van de voorbeelden uit het PDI of het gesprek met ouders, kan met ouders stilgestaan worden bij het belang van het denken over de binnenwereld van zichzelf en het kind, om zo een passend advies te geven. Het niveau van reflectief functioneren van ouders bepaalt de insteek van de ouderbegeleiding en geeft een indicatie van waar je als ouderbegeleider op aan kunt sluiten.
Lees het hele artikel gratisHet Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden, niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel - of - Log inEen nieuw themanummer ligt voor u. Na een aantal themanummers over specifieke therapeutische stromingen (mentaliseren, oplossingsgericht, EMDR), nu een themanummer over een specifieke doelgroep: ouders.
De behandeling van ouders in de jeugd-GGZ is een vorm van therapie die vraagt om een heldere indicatie en een duidelijke positionering. Daarvoor is het voor ouderbehandelaars in de eerste plaats nodig om goed te kunnen samenwerken met ouders en de non-specifieke aspecten van de werkrelatie met ouders te beheersen en van daaruit de ouders te motiveren om ook te kijken naar verbetering van de ouder-kindrelatie en het eigen ouderschap onder de loep te nemen. In de diagnostische fase worden naast de kindfactoren ook het ouder-schap, het gezin en de bredere context getaxeerd. Daarvoor zijn verschillende bruikbare modellen en gestandaardiseerde instrumenten voorhanden.
Op basis van deze bevindingen wordt een bruikbare diagnose geformuleerd die het aangemelde kind, de ouders en de context omvat en waarin ieder zich herkent. Op grond hiervan worden behandelindicaties geformuleerd en wordt een samenhangend behandelplan ontwikkeld waarbij gekozen kan worden uit een gedifferentieerd palet van specifieke interventies gericht op ouderschap en op de ouder-kindrelatie.
De diagnose kan zichtbaar gemaakt worden in de DSM IV-classificatie: naast de (hoofd)diagnose over de kindproblematiek kan ook de verstoorde ouder-kindinteractie in de vorm van een van de V-codes gestalte krijgen en een apart (DBC) traject met de ouders rechtvaardigen.
De invloed van ouders op hun kinderen staat in de jeugd-GGZ niet ter discussie. Er is een duidelijke samenhang aangetoond tussen de kwaliteit van de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van gedragsproblemen bij kinderen (DeKlyen & Speltz, 2001; Dekovic e.a., 2001; Kazdin, 2001; Kiesner e.a., 2001; Maughan, 2001; O’Connor, 2002; Prinzie e.a., 2008; Rubin & Burgess, 2002). Ouders zijn daarnaast onmisbare informanten over de ontwikkeling van hun kind en het is bovendien voornamelijk van hen afhankelijk of hun kind in de GGZ terechtkomt. Zij bepalen ook voor een groot deel of eenmaal begonnen onderzoek en/of behandeling voortgezet en afgerond kan worden (Morrisey-Kane & Prinz, 1999).
In 1994 verscheen de Nota Ouderbegeleiding, samengesteld door de toenmalige werkgroep ouderbegeleiding van de VKJP, bestaande uit de psychotherapeuten Keetje Martijn, Rineke de Bruin-Beneder, Jaap Ringrose en kinder- en jeugdpsychiater Joes Hagendoorn. Drijfveer voor het schrijven van de nota was een spraakmakende lezing van Alice van der Pas, ouderbegeleider: ‘Ouderbegeleiding, een ernstig geval van verwaarlozing’. De lezing gehouden tijdens een VKJP-congres, sloeg in als een bom en deed de kinder- en jeugdpsychotherapeuten zich de volgende paradox realiseren: ‘Hoewel het begeleiden van ouders een essentieel onderdeel vormt van de behandeling van kind en jeugdige, is kennis over ouderbegeleiding nergens goed geprofileerd en gepositioneerd te vinden.’
Dit artikel beschrijft in drie delen de verworvenheden van de afgelopen decennia, de valkuilen die overblijven en tot slot de vraag of de ouderbegeleiding de verwaarlozing voorbij is c.q. kan blijven.
This paper addresses the ubiquitous but little elaborated experience of parental ambivalence. Veering between love and hate, tenderness and irritation, parental experience is suffused by ambivalence. Yet, this knowledge is excluded from most discourses on parenting, whether popular or professional, public or private. Rather, the tendency is to split children and parents into, respectively, subjects and objects, where parents are seen exclusively in their caretaker, or child-rearing role. Viewed from this perspective, ambivalence constitutes a failure, if not a violation, of this role. Ambivalence becomes an experience imbued with shame, with little opportunity to be worked through or contained. An emphasis on the destructive meaning and impact of ambivalence disallows the potential creativity inherent to its expression and containment. An alternative view, of ambivalence as a useful gauge of accumulating pressures and emerging developmental processes for parent and child alike, can unleash these creative forces, enabling new insights that can be utilized in service of parental growth.
Dit artikel beschrijft belangrijke vraagstukken die een rol spelen bij ouder-begeleiding. Er wordt uiteengezet waarom het behulpzaam kan zijn om het vermogen tot reflectief functioneren van ouders te onderzoeken door middel van het PDI of een gespreksonderzoek. Het is belangrijk te weten hoe het kind in the mind van ouders gehouden wordt, om te kunnen aansluiten bij de beleving van ouders in de ouderbegeleiding. Aan de hand van de voorbeelden uit het PDI of het gesprek met ouders, kan met ouders stilgestaan worden bij het belang van het denken over de binnenwereld van zichzelf en het kind, om zo een passend advies te geven. Het niveau van reflectief functioneren van ouders bepaalt de insteek van de ouderbegeleiding en geeft een indicatie van waar je als ouderbegeleider op aan kunt sluiten.
Lees het hele artikel gratisHet Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden,
niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel- of - Login