Traumatische ervaringen (verwaarlozing, mishandeling en misbruik) van kinderen hebben vaak ernstige consequenties voor hun ontwikkeling. Hierdoor ontstaan verschillende hechtingspatronen en bijhorende emotionele- en gedragsproblematiek. Bij Yulius zijn er zowel een poli, als twee behandel-groepen voor (jonge) kinderen, die zich hierop richten. Belangrijke pijlers van de behandeling zijn het leren mentaliseren en het vergroten van de competenties van het kind. De kinderen laten vaak heftig en ontregeld gedrag zien en dat vergt veel van de omgang, de opvoeding en de behandeling van de sociotherapeuten. Frequent wordt gezocht naar de verklaring van het gedrag zodat dit ook aan het kind uitgelegd kan worden.
Met behulp van het levensverhaal (levenslijn) kan het kind inzicht verkrijgen in de achtergronden van de traumatische gebeurtenissen en wordt het kind ontschuldigd. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor zijn ontwikkeling en verbeteren de relaties die het kind heeft met voor hem belangrijke volwassenen.
Lees het hele artikel gratisHet Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden, niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel - of - Log inDit nummer van ons tijdschrift begint met een mooi interview van een iconische persoon die sinds het laatste kwart van de vorige eeuw en een belangrijke rol gespeeld heeft op het terrein van de kinder- en jeugdpsychotherapie: Fop Verheij. De VKJP heeft hem bij het congres in april 2012 tot Ere Lid benoemd. In dit interview van de hand van Lisa van der Heijden komt hij naar voren zoals hij was: op de achtergrond, maar duidelijk, aanwezig met sterke ideeën, die hij graag uitdroeg.
Prof. dr. Fop Verheij (1949) was tot september 2014 als hoogleraar (klinische) kinder- en jeugdpsychiatrie, en sedert 1977 verbonden aan het Erasmus MC-Sophia te Rotterdam. Hij was tot oktober 2014 ook hoofdopleider van de postmaster opleiding tot kinder- & jeugdpsychotherapeut. Ter gelegenheid van zijn emeritaat op vrijdag 13 juni werd het congres Soma en Psyche georganiseerd. Aan mij de eer om kort na zijn afscheid deze bevlogen man te mogen interviewen. Ik tref hem op dinsdag 17 juni in het jaarbeurscafé in Utrecht. Ik herken hem, zoals hij zichzelf in een mail beschrijft aan zijn donkere haar, bril, corduroy pak en groene tas.
Jeugdzorg en jeugd-GGZ zullen in 2015 een transitie ondergaan (overgang van verantwoordelijkheden naar gemeentelijk niveau), samengaand met een transformatie (opnieuw inrichten van processen en werkwijzen; VNG, 2012; Rijksoverheid, 2012a). Gezien de brede politieke steun voor de ingediende wet verwachten wij geen grote wijzigingen meer van het voorgenomen beleid. Vanuit ons persoonlijk perspectief schetsen wij in deze Forum-bijdrage hoe het zover is gekomen en waarom wij er - gezien de gegeven situatie – voor kiezen in kansen en mogelijkheden te denken, in plaats van in bedreigingen.
Een sympathiek betoog in het vorige nummer van TvP door onze Rotterdamse collega’s, en ook nog niet van de minste: Fop Verheij is hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie en lidspecialist, opleider en supervisor van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie (VKJP), waarvan ik nu een tijdje voorzitter mag zijn. Nu ik dit schrijf is de Jeugdwet al lang en breed door de Eerste Kamer en ja, ik ben het met hen eens: we moeten hard aan de slag met de transformatie.
In kansen en mogelijkheden denken is elke psychotherapeut met de paplepel ingegoten. In dat opzicht is het moeilijk het met Verheij en Ten Hoopen oneens te zijn, naar aanleiding van hun Forum-bijdrage ‘Accommodeer, zie uw kansen, bij de transitie van de jeugd-ggz’ in het vorige nummer. In het werk als psychotherapeut is het altijd zaak binnen de werkrelatie met de patiënt de wanhoop die deze voelt te verdragen en niet over te nemen, en kansen te zien tot verandering. Ik moet echter beschaamd bekennen: in het geval van de transitie van de jeugd-GGZ lukt mij dit slecht. Rampscenario’s waarin de ondergang van onze sector de boventoon voert, domineren mijn gedachten. Vermeiren schrijft in een opiniestuk in NRC Handelsblad van 7 februari j.l. (‘Stoornis los je niet op met opvoeden’) hoe onverstandig het is om gemeenten verantwoordelijk te maken voor medisch-specialistische zorg aan kinderen met ernstige psychiatrische stoornissen. Ik ben het grondig met hem eens.
Het was eervol om op een mooi symposium het laatste verhaal te mogen houden. Ik ben blij dat velen aanwezig waren. Ik heb Frank Verhulst, met wie ik meer dan dertig jaar een complementair duo vormde, en de organisatoren bedankt voor de gelegenheid om voor het laatst als klinisch hoogleraar, staflid van de afdeling KJP/P en medicus practicus mijn zegje te doen. Langzaam en stil verdwijnen is, denk ik, de wijze van afscheid die het beste bij mij past. Echt goed is me dat niet gelukt. In de periode voor pensionering van een klinisch psychiater, zo schreven De Jong en collega’s ruim tien jaar geleden, in die periode, wordt de clinicus geadviseerd: ‘go gracefully’, draag autoriteit over, wees een mentor voor senior managers en zet een pad voor na de pensionering uit. Ik ben blij dat mij de ruimte hiervoor is gegeven.
Traumatische ervaringen (verwaarlozing, mishandeling en misbruik) van kinderen hebben vaak ernstige consequenties voor hun ontwikkeling. Hierdoor ontstaan verschillende hechtingspatronen en bijhorende emotionele- en gedragsproblematiek. Bij Yulius zijn er zowel een poli, als twee behandel-groepen voor (jonge) kinderen, die zich hierop richten. Belangrijke pijlers van de behandeling zijn het leren mentaliseren en het vergroten van de competenties van het kind. De kinderen laten vaak heftig en ontregeld gedrag zien en dat vergt veel van de omgang, de opvoeding en de behandeling van de sociotherapeuten. Frequent wordt gezocht naar de verklaring van het gedrag zodat dit ook aan het kind uitgelegd kan worden.
Met behulp van het levensverhaal (levenslijn) kan het kind inzicht verkrijgen in de achtergronden van de traumatische gebeurtenissen en wordt het kind ontschuldigd. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor zijn ontwikkeling en verbeteren de relaties die het kind heeft met voor hem belangrijke volwassenen.
Lees het hele artikel gratis