De gehechtheidsontwikkeling van kinderen die zijn geadopteerd of in de pleegzorg zitten is een belangrijk aandachtspunt. Goede kennis daarover is onontbeerlijk en beschikbaar. Diagnostiek kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn om zowel bij kinderen als bij opvoeders na te gaan welke verwachtingen zij meebrengen in de relatie. Onderzoek laat zien dat negatieve verwachtingen ten goede bijgesteld kunnen worden als de kennis en hulpmiddelen adequaat ingezet worden.
Het Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden, niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel - of - Log inIn dit nummer vindt u bijdragen van auteurs die spraken op het congres ‘Banden verwisselen, 50 jaar adoptiewetgeving’, dat gezamenlijk georganiseerd werd door de Vereniging voor Familie en Jeugdrecht (FJR) en het NIP. Tijdens dit congres kwamen tal van juridische, gedragswetenschappelijke en ethische vragen aan de orde. Hoewel niet rechtstreeks op de therapie gericht, waren het toch vragen die nauw samenhangen met de praktijk van kinder- en jeugdpsychotherapeuten.
De Nederlandse adoptiewet vierde in 2006 haar vijftigste verjaardag met een congres getiteld ‘Banden verwisselen’. Juridisch gezien lijkt dat goed weer te geven wat er gebeurt: de ene familieband wordt ingewisseld voor de andere. Vijftig jaar ervaring met adoptie maken echter duidelijk dat dit verwisselen pedagogisch en psychologisch gezien een complex gebeuren is dat grote gevolgen heeft voor betrokkenen.
In vijftig jaar adoptie is er veel geleerd. Het is daarom tijd om even stil te staan, terug te blikken en vooruit te zien. In dit opiniërende artikel wordt aandacht besteed aan beweging in het adoptieveld, een pedagogisch perspectief op adoptie en het wegen en geschikt bevinden van adoptieouders.
Gehechtheid wordt veelal gepresenteerd als éénrichtingsverkeer: ouders moeten sensitief zijn, opdat het kind een veilige gehechtheid kan ontwikkelen. Natuurlijk ontwikkelt het kind een veilige hechting als de ouders sensitief reageren op de signalen van het kind. Maar het is geen éénrichtingsverkeer. Gehechtheid is relatiespecifiek en relatie-afhankelijk. Gehechtheid kan dan ook veranderen bij een verandering van de relatie. Bij de Therapeutische Gezinsverpleging te Amsterdam toonde 46 % van de kinderen een veilige hechting aan de pleegouders waar zij een onveilige gehechtheid aan de biologische ouders toonde. De dynamiek van gehechtheid heeft consequenties voor diagnostiek en behandeling.
De gehechtheidsontwikkeling van kinderen die zijn geadopteerd of in de pleegzorg zitten is een belangrijk aandachtspunt. Goede kennis daarover is onontbeerlijk en beschikbaar. Diagnostiek kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn om zowel bij kinderen als bij opvoeders na te gaan welke verwachtingen zij meebrengen in de relatie. Onderzoek laat zien dat negatieve verwachtingen ten goede bijgesteld kunnen worden als de kennis en hulpmiddelen adequaat ingezet worden.
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de publicaties over nachtmerries bij kinderen. Verder zal de droomveranderingsmethode, een gerichte nachtmerriebehandeling voor kinderen, besproken worden. Enkele jaren geleden werd deze methode door de auteur, in samenwerking met Peter Somers, kinder- en jeugdpsychotherapeut († 2005), in het asielzoekerscentrum Crailo te Blaricum ontwikkeld. Veel van de voor onderzoek en behandeling aangemelde kinderen van asielzoekers bleken last te hebben van nachtmerries. De droomveranderingsmethode is gebaseerd op de Imagery Rehearsal Treatment (IRT), een gerichte behandeling voor nachtmerries bij volwassenen