Geweldloos verzet is een instrument voor ouders om zich minder onmachtig en meer krachtig te voelen. Ouders kunnen de zorgen over de ontwikkeling van hun kind inzetten naar een nieuwe manier van praktisch handelen. Niet alleen de zorgen, maar ook de overtuiging dat het anders kán, kunnen een stuwende factor zijn om veranderingen op gang te brengen. Ervaringen in het verleden kunnen het zelfvertrouwen van de ouder en het zelfvertrouwen van het kind echter zo hebben aangedaan dat het moeilijk is om met nieuw gedrag te experimenteren. Spanning in de interactie kan oude trauma’s reactiveren en meer controleverlies en agressie oproepen, of juist leiden tot opnieuw toegeven. Zicht op de traumafactoren die veroorzaken dat de ouder uit de window of tolerance schiet, maakt ook inzichtelijk dat actuele spanning versterkt kan zijn door spanning vanuit het verleden. Er ontstaat dan meer besef van dat niet zozeer het gedrag van het kind het probleem is maar de spanning die het gedrag van het kind veroorzaakt. Traumabehandeling kan nodig zijn om deze spanning te verminderen.
Bepaalde interventies kunnen helpen dat de ouder het kind weer gaat zien als een kind dat hulp vraagt in plaats van als vijand. Ook kan het terugvinden van oorspronkelijke positieve waarden en overtuiging helpen als anker om opnieuw de liefdevolle benadering aan te vangen.
Geweldloos verzet maakt mogelijk dat er meer onderscheid kan worden gevoeld tussen vroeger en nu. Het kind kan positief reageren op de positieve beweging die de ouder maakt. De ouder kan zich dankzij het geweldloos verzet niet alleen meer capabel voelen als ouder maar ook aan zelfvertrouwen winnen.
Lees het hele artikel gratisHet Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie is gratis voor leden, niet-leden kunnen een enkele editie kopen voor € 17,- plus verzendkosten.
N.B. Sinds 2024 wordt het tijdschrift uitgegeven door Boom Uitgevers. Nummers vanaf 2024 kunnen worden besteld via medisch@boom.nl
Bestel - of - Log inHet tweede nummer van dit jaar ligt op uw mat, aan het begin van een naar wij hopen zonnige zomer van dit jubileumjaar. Dit Varianummer biedt u de nodige inspiratie om u wederom te verdiepen in de inhoud van ons vak en u even niet te laten afleiden door alle onrust in de maatschappij en ons vakgebied in het bijzonder. Dit nummer kent een gevarieerde inhoud, met aandacht voor complexe thematiek, behandeling en doelgroepen maar ook voor eenvoudiger interventies. U wordt op scherp gesteld en uitgedaagd, maar er is ook tijd voor ontspanning. Wij hopen dat het u inspireert.
De Horizonmethode (2000) is een cognitief-gedragstherapeutische groepsbehandeling voor kinderen, met psychomotorische interventies en een parallel aanbod voor de ouders/verzorgers. Er is een Horizonmethode ontwikkeld voor kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt en één voor kinderen die seksueel misbruik hebben meegemaakt. In dit artikel gaat het specifiek over de Horizonmethode voor behandeling na seksueel misbruik. Aan de hand van een casus komt iedere sessie in het protocol aan bod, waar-mee een inkijkje wordt gegeven in het verwerkingsproces van het kind, en het groepsproces gedurende de behandeling. De Horizonmethode is ontwikkeld op het Kinder- en Jeugdtraumacentrum (KJTC) in Haarlem en wordt op dit moment, in het kader van de Academische Werkplaats aanpak Kindermis-handeling, onderzocht op zijn effectiviteit.
Jeugdige veelplegers blijken in de praktijk moeilijk te behandelen. Naast psychiatrische problematiek en verslavingsproblematiek, school- en gezinsproblemen zijn het veelal jongens met persoonlijkheidsproblematiek (in wording). De afgelopen jaren zijn er evidence-based interventies ontwikkeld voor deze doelgroep en is er common sense over welke vaardigheden deze jongens moeten leren. Toch blijken de resultaten van deze interventies beperkt.
De jongens staan niet open om te veranderen. Hun hele wezen is erop gericht om niet over zichzelf te willen nadenken. Zij zijn er niet op gericht hun problemen op te lossen. Er is dan ook een bewustwordingsproces nodig om tot verandering te kunnen komen.
Dit artikel behandelt hoe dit bewustwordingsproces op gang gebracht kan worden, waarbij het gebruikmaakt van concepten uit de motiverende gespreksvoering van Miller en van schematherapie om dit proces te beschrijven. De essentie is dat schema’s die ten grond slag liggen aan een gevoel van onverbondenheid en afwijzing er vaak voor zorgen dat de werkrelatie niet op gang komt. De therapeut moet zorgen dat deze schema’s niet getriggerd worden in de therapiekamer, waarna de cliënt kan beginnen met mentaliseren: stilstaan bij zijn gevoel, zich verplaatsten in de ander, en zichzelf bezien vanuit de ander. Pas als de jongen over zijn problemen kan en wil nadenken, zijn negatieve gevoelens (gedeeltelijk) onder ogen kan zien kan de interventie starten en effect resulteren.
De uitgangspunten van interpersoonlijke therapie voor adolescenten, IPT-A, (de korte duur, de aandacht voor de interpersoonlijke problemen, het uiten van affect (woede), het anders leren omgaan met zijn jongere broer en het grenzen stellen aan diens agressief gedrag) lijken goed bruikbaar te zijn geweest in de behandeling van een depressie bij een negenjarige jongen. Een dreigende schoolweigering confronteert de ouders met de emotionele problematiek en de agressie van de oudere verstandelijk gehandicapte zoon. In de individuele therapie is de negatieve interactie met zijn broer het focus. De gesprekken met de ouders over de schoolweigering en agressieve interacties leiden tot concrete beschermende maatregelen in het gezin, verbetering van de stemming en verdwijnen van de dreigende schoolweigering. Aanpassingen van de interpersoonlijke therapie bij adolescenten (IPT-A) aan de ontwikkelingsfase van kinderen, namelijk een kortere of langere duur, het in de behandeling vanuit veranderende cognities werken aan het verbeteren van de communicatie en de probleem oplossingsvaardigheden en daardoor ruimte vrij maken voor de specifieke ontwikkelingstaken en een intensieve samenwerking met ouders, school en andere betrokkenen, kunnen goed in het IPT-model geïntegreerd worden.
Geweldloos verzet is een instrument voor ouders om zich minder onmachtig en meer krachtig te voelen. Ouders kunnen de zorgen over de ontwikkeling van hun kind inzetten naar een nieuwe manier van praktisch handelen. Niet alleen de zorgen, maar ook de overtuiging dat het anders kán, kunnen een stuwende factor zijn om veranderingen op gang te brengen. Ervaringen in het verleden kunnen het zelfvertrouwen van de ouder en het zelfvertrouwen van het kind echter zo hebben aangedaan dat het moeilijk is om met nieuw gedrag te experimenteren. Spanning in de interactie kan oude trauma’s reactiveren en meer controleverlies en agressie oproepen, of juist leiden tot opnieuw toegeven. Zicht op de traumafactoren die veroorzaken dat de ouder uit de window of tolerance schiet, maakt ook inzichtelijk dat actuele spanning versterkt kan zijn door spanning vanuit het verleden. Er ontstaat dan meer besef van dat niet zozeer het gedrag van het kind het probleem is maar de spanning die het gedrag van het kind veroorzaakt. Traumabehandeling kan nodig zijn om deze spanning te verminderen.
Bepaalde interventies kunnen helpen dat de ouder het kind weer gaat zien als een kind dat hulp vraagt in plaats van als vijand. Ook kan het terugvinden van oorspronkelijke positieve waarden en overtuiging helpen als anker om opnieuw de liefdevolle benadering aan te vangen.
Geweldloos verzet maakt mogelijk dat er meer onderscheid kan worden gevoeld tussen vroeger en nu. Het kind kan positief reageren op de positieve beweging die de ouder maakt. De ouder kan zich dankzij het geweldloos verzet niet alleen meer capabel voelen als ouder maar ook aan zelfvertrouwen winnen.
Lees het hele artikel gratisFaalangst is een veelvoorkomend probleem bij jongeren en jongvolwassenen. Het verschijnsel treedt met name op in situaties waarin gepresteerd moet worden en waarbij die prestatie beoordeeld wordt. Faalangst ziet men vooral bij mensen met een hoog streefniveau, een neiging tot perfectionisme en met veel onzekerheid over het eigen kunnen. Op school worden daardoor overgangen of examens niet gehaald omdat bij een of meer vakken de toetsing te veel faalangst oplevert, ook al beschikt de leerling over voldoende kennis en kunde.