Mentale gezondheid van jongeren gaat niet achteruit
Jongeren met psychische problemen hebben niet per se meer therapie nodig, betoogt hoogleraar Veerkrachtig Opgroeien Levi van Dam. Volgens van Dam is het cruciaal dat we vooral naar jongeren luisteren en niet direct in de therapie-reflex schieten. In zijn oratie, op vrijdag 8 november aan de Universiteit van Amsterdam, roept hij op tot een nieuwe benadering van de mentale problemen van jongeren.
Van Dam benadrukt dat de huidige generatie jongeren veel beter is geworden in het verwoorden van hun mentale problemen. Dit is een positieve ontwikkeling, maar heeft ook geleid tot een tegenstrijdigheid. Ondanks dat er meer gesproken wordt over mentale gezondheid blijkt uit epidemiologische studies dat de prevalentie van psychische klachten onder jongeren in de afgelopen dertig jaar nagenoeg gelijk is gebleven. ‘Het is niet zozeer dat er meer problemen zijn, maar jongeren zijn beter in staat geworden om hun problemen onder woorden te brengen’, aldus van Dam.
Overinterpretatie
De hoogleraar wijst op de zogenoemde ‘prevalentie- inflatie hypothese’. Deze hypothese stelt dat de toenemende bewustwording van mentale problemen leidt tot een overinterpretatie, waardoor jongeren vaker worden doorverwezen naar psychologische hulp. Van Dam stelt dat we dit moeten heroverwegen. ‘We moeten ons afvragen of jongeren altijd therapie nodig hebben, of dat we hen beter op andere manieren kunnen ondersteunen.’
-
Levi van Dam is spreker op het congres Feit of fictie van de VKJP in februari 2025