Wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen
Slaapproblemen
Dit thema is gericht op slaapproblematiek van kinderen en jongeren binnen de geestelijke gezondheidszorg. Binnen de gezondheidszorg krijgen slaapproblemen bij jongeren regelmatig te weinig aandacht, waardoor er onvoldoende behandeling plaatsvindt (Van Bemmel e.a., 2001). Slaapproblemen kunnen op zichzelf staand voorkomen, maar zij kunnen ook onderdeel uitmaken van andere stoornissen. Bij bepaalde stoornissen, zoals een depressie, maken slaapproblemen deel uit van de classificatie criteria. Er zijn ook stoornissen waarbij slaapproblemen niet tot de diagnostische criteria horen, maar waarbij het verbeteren van slaap wél een belangrijk deel uitmaakt van de behandeling (bijvoorbeeld bij ADHD, angststoornissen, autismespectrumstoornissen en psychotische stoornissen) (APA, 2006; Boer, 2014).
Slaapproblemen kunnen de ouder-kind interactie negatief beïnvloeden. Door de slaapproblemen van het kind kunnen ouders zelf slaap tekort komen. Zo kunnen de slaapproblemen van kinderen gevolgen hebben voor het welzijn van de ouders, en zelfs voor de onderlinge relatie van ouders (Troxel, 2007; Boer, 2011).
In 1990 is de International Classification of Sleep Disorders (AASM, 1990) gepubliceerd. Dit is een classificatiesysteem dat internationaal is aanvaard als basis voor diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot slaapstoornissen. De ICSD bestaat uit vier hoofdcategorieën: dyssomnieën, parasomnieën, secundaire slaapstoornissen en andere slaapstoornissen. De gebruikelijke aanmeldingsklachten voor slaapproblemen zijn in- en doorslaapproblemen (insomnie), grote slaperigheid overdag (hypersomnie) en abnormale gedragingen tijdens de slaap of tijdens de overgang van slapen naar waken (parasomnie) (Berden, 2000).
Vaak betreffen de problemen niet de slaap zelf, maar de verdeling ervan over dag en nacht. Veelal is er geen sprake van verstoorde slaap door genetische factoren, maar van slaappatronen die afwijken van de wensen of verwachtingen van het kind of zijn omgeving (Boer, 2014). Onderscheid kunnen maken tussen slaapproblemen en slaapstoornissen vereist kennis van het normale slaapgedrag in de diverse ontwikkelingsfasen en van de psychofysiologische factoren die van invloed kunnen zijn op slaap. Er is sprake van een slaapstoornis wanneer slaapproblemen tot ernstige beperkingen in het functioneren leiden (Boer, 2014).
Bron: Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Lees verder op de website van het Kenniscentrum:
Slaapproblemen bij kinderen en adolescenten.