Wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen
Autismespectrumstoornis
Autismespectrumstoornissen (ASS) worden gekenmerkt door problemen in de ontwikkeling van sociale en communicatieve vaardigheden en een beperkt repertoire van spel en gedrag. De stoornissen binnen het autismespectrum behoren tot de neuropsychiatrische stoornissen met een heterogene etiologie en een heterogeen klinisch beeld.
In de DSM 5 zijn de naamgeving en definitie veranderd. In de DSM-5 is gekozen voor een meer dimensionele insteek (www.dsm5.org). Doordat subgroepen van ASS moeilijk te onderscheiden zijn (Lord, et al. 2011) en de behandeling van de categorieën sterk overeenkomt (Lord, et al., 2006) is het voorstel om de verschillende stoornissen samen te voegen. De DSM-5 heeft de subgroepen binnen het autismespectrumstoornis als één categorie benoemd: Autismespectrumstoornis (ASS). De diagnose ASS wordt gesteld bij tekortkomingen in twee domeinen: sociale communicatie en interactie en beperkt en repetitief gedrag. Binnen het domein beperkt en repetitief gedrag wordt in de DSM-5 hypo- of hyperreactiviteit op sensorische stimuli meegewogen. In de DSM-5 wordt McDD mogelijk opgenomen als een voorloper van schizofrenie.
Hoewel het wenselijk is om ruimte te bieden aan dimensionele diagnostiek zijn er ook zorgen over de DSM-5 criteria (Greaves-Lord et al., 2012b). Een gedeelte van patiënten, waarbij de diagnose PDD-NOS of stoornis van Asperger is gesteld met de DSM-IV-TR classificatie, laten vaak tekortkomingen zien in de sociale communicatie en interactie. Deze groep heeft minder tekortkomingen in beperkt en repetitief gedrag (Mandy et al., 2011) en valt daardoor buiten de ASS diagnose volgens de DSM-5 classificatie (McPartland et al., 2012). Mogelijk is een gevolg dat patiënten met PDD-NOS of Asperger Syndroom en met een hoog cognitief niveau worden afgesloten van klinische hulp en hulp in onderwijs (Mandy et al., 2012; Kaland, 2011).
Variatie in de kern- en ontwikkelingdimensies van ASS, in comorbiditeit met aandachts- en angstproblemen en op cognitief gebied, zorgen ervoor dat de groep kinderen met ASS heterogeen is. Door de grote variatie is gedifferentieerd zorgaanbod nodig. (Greaves-Lord et al., 2012a).
Bron: Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Lees verder op de website van het Kenniscentrum:
Autismespectrumstoornissen (ASS) bij kinderen en adolescenten.
Lees verder in de GGZ-Standaard
Lees verder op de website van het Britse National Institute for Health and Care Excellence (NICE):
Autism spectrum disorder in adults: diagnosis and management.