Wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen
Psychotische stoornissen
Psychotische klachten, zoals hallucinaties en wanen, komen vaak voor bij kinderen en jongeren. Psychotische stoornissen (bijvoorbeeld schizofrenie) komen echter veel minder vaak voor, vrijwel niet bij jonge kinderen. Naarmate het kind ouder wordt, neemt de kans op de ontwikkeling van een psychotische stoornis toe. Het is daarom belangrijk duidelijkheid te scheppen met betrekking tot de diagnose en behandeling hiervan. Enerzijds om vertraging in de praktijk te voorkomen (dat wil zeggen: kinderen en jongeren die te laat worden gediagnosticeerd en behandeld), anderzijds om overbodige medicatie te voorkomen (bijvoorbeeld kinderen en jongeren die te snel psychofarmaca krijgen). Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie levert met dit thema een handvat voor behandelaars die in de praktijk te maken krijgen met kinderen en jongeren met psychotische klachten en stoornissen.
De focus van dit thema zal liggen op psychotische stoornissen. Kinderen en jongeren zullen echter bij een behandelaar aankomen met psychotische klachten. Dit betekent niet dat al deze cliënten ook een psychotische stoornis hebben. Er is een heel subtiel verschil tussen psychotische klachten en een psychotische stoornis. Bovendien is er een fase waarin kinderen bijzonder gevoelig zijn voor het ontwikkelen van een psychotische stoornis: de at risk mental state.
Psychotische symptomen kunnen horen bij de leeftijd of ontwikkelingsfase van een kind, bijvoorbeeld het horen van een stem van een imaginaire vriend. Bij intoxicatie of het onder invloed zijn van middelen zoals cannabis kunnen jongeren last van wanen en hallucinaties hebben. Daarnaast is de differentiaaldiagnose van groot belang omdat dit kan helpen bij het voorkomen van vertraging in de praktijk en het voorkomen van overbodige medicatie. Psychotische symptomen kunnen namelijk ook naar voren komen in verband met andere stoornissen, zoals bipolaire stoornis, PTSS, depressieve stoornis, autisme, borderline persoonlijkheidsstoornis, somatische stoornissen (bijv. epilepsie) en verslaving.
De eerste fase in het behandeltraject speelt een cruciale rol bij de differentiaaldiagnose. Er moet na de aanmelding van een kind of jongere gekeken naar de aard van de symptomen, de ernst van de klachten, het dagelijks functioneren van het kind en in hoeverre het kind last heeft van de symptomen. Daarbij moet ook gelet worden op eventuele psychotische klachten en stoornissen bij de ouders en andere familieleden. Tevens moet de ontwikkelingsanamnese gebruikt worden om eventuele somatische problemen en een laag IQ (< 80) te diagnosticeren. Vervolgens wordt er gekeken of ook sprake is van een andere stoornis dan een psychotische stoornis (comorbiditeit). Dit is vaak vrij ingewikkeld voor de behandelaar omdat deze beslissingen sterk contextafhankelijk zijn. Het Kenniscentrum biedt met dit thema een hulpmiddel aan behandelaars binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie om de diagnose en behandeling van psychotische stoornissen zo goed mogelijk te laten verlopen. Om het thema overzichtelijk samen te vatten, is er een flowchart gemaakt met een schematische weergave van de diagnose en behandeling van psychotische klachten en stoornissen bij kinderen en adolescenten.
Bron: Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Lees verder op de website van het Kenniscentrum:
Psychotische stoornissen bij kinderen en adolescenten.
Lees verder op de website van het Britse National Institute for Health and Care Excellence (NICE):
Psychosis and schizophrenia in children and young people: recognition and management (CG155).
Lees verder op de website van GGZ Standaarden
Psychotische klachten in de kindertijd