De ontwikkeling van jonge kinderen speelt een rol gedurende de hele carrière van Marianne Went. In de jaren zeventig als leidster van een ‘laissez faire kresj’, later als afdelingshoofd in een medisch kinderdagverblijf, als medeoprichter van een groep van in hun ontwikkeling bedreigde kleuters en als coördinator van een vroegtijdig onderkenningsteam. Via de toepassing van EMDR belandde Marianne in het ‘traumacircuit’. Geïnspireerd door Carlijn de Roos ging ze aan de slag met EMDR bij jonge kinderen, met name die met preverbaal trauma. Omdat EMDR alleen onvoldoende effectief bleek, maakte Marianne de keuze om EMDR in te bedden in een psychotherapie. Zo ontstond de Ouder-kind traumatherapie (OKTT). Om het belang van deze specifieke toepassing van EMDR zichtbaar te maken, schrijft Marianne erover, geeft ze onderwijs en doet ze onderzoek. Inmiddels gebruikt Marianne de kennis over preverbaal trauma bij jonge kinderen ook bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen.

“Als kinderen in de preverbale fase getraumatiseerd worden, leren ze anders mentaliseren. Daardoor kunnen problemen in de hechting optreden. Joan Lovett heeft een EMDR-protocol ontwikkeld om met preverbaal trauma te werken: ‘De verhalenmethode’. In Nederland is dit protocol vertaald en bewerkt door Renée Beer en Carlijn de Roos. In de OKTT is een verbinding gemaakt tussen de kennis van dit protocol, de kennis van Infant Mental Health en van bestaande ouder-kindpsychotherapie", aldus Went.

In dit interview vertelt ze uitgebreid over OKTT en haar ervaringen; het artikel verscheen eerder in EMDR Magazine 9 (2015) en in het Tijdschrift voor kinder- en jeugdpsychotherapie 1 (2016). Lees het volledige artikel (alleen voor leden).