Congres One size does not fit all

Al meer dan een halve eeuw wordt er binnen de ggz gewerkt aan de hand van beschrijvende classificaties en stoornissen. Zoals de DSM (5e editie inmiddels) en de ICD (11e editie). Hoewel classificaties nuttig kunnen zijn voor het bieden van een gemeenschappelijke taal en het standaardiseren van communicatie, erkennen meer en meer professionals ook de tekortkomingen ervan.

Het probleem van stoornissen
Niet alleen is het aantal classificaties de afgelopen decennia verviervoudigd, door de focus op standaardiseren en labelen wordt ook vaak de aandacht voor het specifieke kind en de situatie uit het oog verloren. Een stoornis is een ‘ding’ geworden dat in het kind wordt gelokaliseerd en waardoor problemen gemakkelijk worden gestigmatiseerd.

Gelukkig is er de laatste tijd een toenemend bewustzijn van de diversiteit binnen stoornissen, waarbij individuele verschillen in symptomen en respons op behandeling sterk kunnen variëren.

Dit heeft geleid tot meer aandacht voor persoonsgerichte en transdiagnostische benaderingen, waarbij de focus verschuift van universele stoornissen naar individuele klachten en gemeenschappelijke mechanismen.

Het vaststellen van een stoornis is geen eindpunt, maar een begin: waar heeft dit specifieke kind in deze context last van en hoe kunnen we in deze specifieke situatie handelen?

 
Meer informatie