In september 2016 werd de vijftienjarige Aida vanuit een andere GGZ-instelling bij mij aangemeld omdat de Bascule, eventueel passende hulp kon aanbieden op haar school (VSO). Tijdens de aanmelding was over Aida bekend dat ze gediagnosticeerd was met MCDD, een pervasieve ontwikkelingsstoornis die valt binnen het autismespectrum. Dit betekent onder andere dat voor haar sociale normen niet vanzelfsprekend zijn. Aida is sociaal moeilijk leerbaar; wanneer ze wordt gecorrigeerd op haar gedrag begrijpt ze het op dat moment, maar een volgende keer kan ze het niet of moeilijk toepassen. Ze doet het dus niet bewust ‘fout’ en baalt er zelf heel erg van dat ze dit soort ‘fouten’ maakt. Daar komt bij dat Aida snel overprikkeld is. Op het moment dat iets haar te veel wordt (emotioneel, sociaal of cognitief) sluit ze zich af van haar omgeving door bijvoorbeeld te gaan tekenen.

     Verder was er tijdens de aanmelding bekend dat ze last had van een verstoring in de emotieregulatie, die in combinatie met haar begaafdheid en sociaal functioneren, zorgde voor sociale isolatie en somberheid. Secundair was er sprake van angstige en psychotische klachten die bij tijd en wijle de kop opstaken als ze zich overprikkeld en ongelukkig voelde op school. Aida had tijdens stressvolle periodes aanvallen waarbij ze ’s nachts zwarte schimmen zag en stemmen hoorde in de vorm van gefluister en scheldpartijen; de realiteitstoetsing bleef daarbij grotendeels intact, doch de hallucinaties waren beangstigend. Op de basisschool is Aida veel gepest. Aangezien ze haar eenzaamheid en ongelukkige gevoel veelal weg at, heeft ze met de jaren overgewicht ontwikkeld.

     In de loop van de gesprekken die ik met Aida voerde, gaf ze aan dat ze sinds haar twaalfde jaar genderdysfore gevoelens had. Ze noemde zichzelf ‘gender-neutraal’; ze voelde zich meisje noch jongen. Over het geheel genomen kleedde ze zich vrij jongensachtig en verschool ze zich onder wijd uitgevallen kleding en mutsen. Ze gaf aan zich niet tot meisjes of jongens aangetrokken te voelen. In latere gesprekken viel op dat ze zich seksueel toch meer tot meisjes aangetrokken voelde. Ik mocht niet te veel op de onderwerpen ‘seksualiteit’ of ‘genderidentiteit’ ingaan. Hier raakte ze snel geïrriteerd van. Naarmate ik Aida steeds beter leerde kennen, toonde ze zich als een openhartig meisje dat gevoelig en zachtaardig was, goed kon mentaliseren, zorgzaam was voor anderen (tegelijkertijd weinig zelfcompassie had), plichtsmatig handelde naar volwassenen, en zelfsturend en perfectionistisch was (voortdurend bezig zichzelf te verbeteren in plaats van te accepteren).

     Via cognitieve gedragstherapie hebben we geprobeerd de disfunctionele gedachten te verminderen en haar sociale isolatie te doorbreken. Door een signaleringsplan te gebruiken leerde Aida zichzelf meer kennen. Ze leerde herkennen welke situaties stress opleverden en hoe ze op tijd een grens kon aangeven. Gedurende de behandeling stootten we echter continu tegen een grens aan. Ondanks de exposure die ze trouw uitvoerde in het aangaan van sociale contacten, bleef het oefenen met nieuw gedrag ontzettend spannend en vermoeiend voor haar. Ze bleef onzeker en onderdanig in haar sociale contacten. Haar kerngedachte ‘dat ze niet voldeed als individu’ bleef hardnekkig aanwezig. Het mocht volgens haarzelf gewoon niet beter met haar gaan. Als ze zich maar even goed voelde, kwam er direct een enorm schuldgevoel naar boven dat haar somberheid en nachtelijke wanen bleef voeden. Mogelijk waren de pestervaringen uit het verleden een belangrijke oorzaak voor deze hardnekkige negatieve kerngedachten. Toen kwam het besluit om EMDR in te zetten gericht op de negatieve emoties (somberheid, angst, verdriet, schaamte, schuldgevoel), die aan de herinneringen over deze vervelende gebeurtenissen gekoppeld waren.

     Voor het toepassen van EMDR werd een tijdlijn opgesteld van vervelende gebeurtenissen in het verleden die Aida zich kon herinneren. Hierdoor kwamen we bij een belangrijke herinnering die veel spanning bij haar opleverde. Toen Aida zeven jaar was heeft ze een keer aan haar moeder gevraagd hoe ze zou hebben geheten als ze een jongen zou zijn geweest. Moeder kon daar direct antwoord op geven en vertelde ook dat ouders liever hadden gehad dat ze als jongen was geboren. Aida kon goed vertellen dat ze zich vanaf toen dagelijks schuldig voelde dat ze als meisje door het leven ging en zich jongensachtig voordeed om haar ouders tevreden te stellen. We hebben deze herinnering via één EMDR-sessie kunnen behandelen.

     Het was bijzonder om te zien dat Aida zich in de weken daarna ontpopte tot een echte dame. Ze keek heel goed hoe de andere meisjes op school zich kleedden en gedroegen. Ze kopieerde dit en durfde zich veel meer te laten zien. Tegelijkertijd viel ze heel veel af. Op een gegeven moment schoot ze even helemaal de andere kant op door zich heel bloot te gaan kleden en te weinig te eten. Ze werd hierin behoorlijk teruggefloten door ouders en voelde zich dan weer schuldig. Er was veel uitleg nodig om de ouders te laten begrijpen waar het gedrag van hun kind vandaan kwam. Uiteindelijk is ze weer teruggekomen naar een gezondere middenweg.

     Aida zal de komende maanden nog echt tijd, aandacht en begeleiding nodig hebben om haar identiteitsontwikkeling verder te laten ontplooien en meer tot zelfcompassie te komen. Maar daarvoor is met deze EMDR-therapie de basis gelegd. Door de behandeling toe te spitsen op de genderdysforie kon dit meisje met een ASS-diagnose zich weer conform haar geboortegeslacht voelen, en verminderden haar autismegerelateerde en emotionele klachten. Ze durft beter sociale contacten aan te gaan, is minder rigide, heeft minder last van stemmingswisselingen en meer zelfvertrouwen.

 

Samenvatting

In dit artikel wordt een voorbeeld uit de praktijk weergegeven over de behandeling van een vijftienjarig meisje met een ASS-diagnose bij wie sprake was van genderdysforie. De klachten waarmee ze werd aangemeld waren voornamelijk autisme gerelateerd en op het gebied van een verstoorde emotieregulatie. Door in de behandeling de focus te leggen op het verwerken van het trauma dat samenhing met de opkomst van haar genderdysfore gevoelens kon ze zich uiteindelijk weer conform haar geboortegeslacht voelen en was er tevens een positief effect op haar sociale vaardigheden, flexibiliteit, zelfvertrouwen en haar angsten en somberheid.